maandag 21 januari 2013

Waarom ik in God geloof

Verwondering
In de eerste plaats is er de verwondering. Als ik om mij heen kijk naar de fantastische schepping dan kan ik niet anders dan in verwondering geloven. Van het immense heelal tot de schitterende kleine kristallen in de sneeuw. Het leven ... de groei ... de samenhang tussen de vele elementen ... planten ... dieren ... mensen ... schoonheid ... liefde. Paulus schrijft in zij brief aan de Romeinen "Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben" (1:20).

Verstand
De wetenschap wil mij voorhouden (beter wijsmaken) dat de fantastische, complexe en immense schepping 'toevallig' uit 'niets' ontstaan is. Stel je dat maar eens voor! Er was NIETS en dat leidde tot ALLES wat er nu is. En dat ook nog TOEVALLIG. Dat kan mijn verstand niet volgen. Voor zo'n theorie is mijn geloof niet groot genoeg. Voor mij is de meest logische en rationele verklaring voor onze existentie het bestaan van een almachtige God die dat alles zo gewild heeft.

Verandering
Als jonge man was ik op zoek naar de zin van het leven. Omdat ik geen antwoord kon vinden wilde ik een eind aan mijn leven maken (zie mijn verhaal x). Toen leerde ik Jezus kennen. Hij heeft mijn leven radicaal veranderd en mij een  inhoud en een doel gegeven. Vijfenveertig jaar leef ik nu met Hem. Hoe kan ik anders dan geloven in de God die mij het leven heeft geschonken.

Nee, God kun je niet wetenschappelijk bewijzen, maar Hij bevestigt zichzelf telkens opnieuw! Je hoeft alleen je ogen te openen ... en je hart!





Morgen: Waarom mensen niet in God geloven