vrijdag 1 maart 2013

Rijk en toch zo arm


Veel mensen hebben een afgod in hun leven zonder dat zij zich dat realiseren. Veel christenen hebben iets in hun leven dat hun relatie met God in de weg staat. Dat kan van alles zijn: geld, begeerte, tradities, godsdienst, hoogmoed, drank, sport, wetenschap, werk, enz. enz. Dat zijn allemaal dingen die ons leven kunnen beheersen en die de eerste plaats in ons leven kunnen innemen. Soms gaat het om verkeerde dingen; vaak gaat het om goede dingen, die verkeerd worden als ze ons leven gaan beheersen.

In Marcus 10:17-27 kunnen wij lezen dat Jezus een rijke jonge man ontmoette. Er was een afgod in het leven van die man. Die afgod was geld. Op zich is het niet verkeerd om rijk te zijn, zolang geld het leven niet gaat beheersen. Ook Jezus veroordeelt rijkdom niet. Jozef van Arimatea en Nikodemus waren beiden discipelen van Jezus. Beiden waren vooraanstaande, rijke mannen. Toch benadert Jezus deze twee mannen heel anders dan de rijke jongeling. Waarom? Omdat geld en bezit voor Jozef van Arimatea en Nikodemus geen afgoden waren. In tegendeel, zij gebruikten hun bezittingen om God te dienen (MatteĆ¼s 27:57-60 en Johannes 19:39).

Toen Jezus die oprechte jongeman voor een keuze stelde, gebeurde er iets afschuwelijks. In Marcus 10:22 staat: "Maar de man werd somber toen hij dit hoorde en ging terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen." Op het meest beslissende moment in zijn leven maakte hij de verkeerde keuze. Hij koos er voor zijn afgod te blijven dienen in plaats van het eeuwige leven te vinden, waar hij zo naar verlangde.