vrijdag 7 juni 2013

De gave van apostelen

Gaven van de Heilige Geest zou je geestelijke talenten kunnen noemen, die christenen bij hun wedergeboorte ontvangen om elkaar te kunnen dienen. Paulus geeft in zijn brieven vier lijsten met geestelijke gaven. Die lijsten hebben ongetwijfeld niet de bedoeling compleet te zijn. Ook herhaalde Paulus zichzelf in die lijsten. De eerste lijst die wij al bestudeerd hebben, vinden wij in 1 Korintiërs 12:7-11. De tweede lijst staat even verder in 1 Korintiërs 12:28-30. De in deze lijst genoemde gaven van profetie, krachten genezing en tongen hebben wij al besproken. Vandaag en maandag twee gaven die beide te maken hebben met de geestelijke voeding, de opbouw van de Gemeente.

De gave van apostelen (12:28)
Het woord apostel betekent 'gezondene' of 'zendeling'. Deze gave stelt sommige gelovigen in staat om meerdere plaatselijke gemeenten met gezag te dienen. Het gaat hierbij om christenen die geestelijke autoriteit bezitten en ook als zodanig geaccepteerd worden. Vaak zijn het 'geestelijke ondernemers' en visionairs die korte, sterke impulsen geven en dan weer verder trekken. Zij richten zich zowel op de opbouw van de Gemeente als ook op de verkondiging van het evangelie.

Sommige christenen geloven dat deze gave beperkt was tot de eerste twaalf apostelen, de ooggetuigen en diegenen die alles wat ze gezien en gehoord hadden op schrift hebben gezet. Maar in Handelingen 14:14 wordt Barnabas een apostel genoemd, terwijl hij niet tot de eerste twaalf behoorde. Wel was Barnabas als zendeling actief. Hij diende vele plaatselijke gemeenten. In Romeinen 16:7 schrijft Paulus over Andronikus en Junia "die als apostelen veel aanzien genieten en die eerder dan ik één met Christus zijn geworden ".