Vanuit mijn
bureau op de tweede verdieping kijk ik uit op de tuin van de buren. Die tuin
wordt afgeschermd door een lange rij dicht op elkaar geplante coniferen.
Krachtige, gezonde, donkergroene struiken van zo'n twee meter hoog. Allemaal
gelijk, behalve de laatste vijf. Die zijn half zo groot en zien er armetierig
uit. De struiken hebben veel minder takken, zijn haast doorzichtig en hier en
daar verandert het donkergroen in bruin.
Hoe komt dit?
De laatste vijf
coniferen staan in de schaduw van een grote dennenboom. Deze boom is in de
zomer en de winter groen en houdt al het zonnenlicht tegen. De coniferen die er
onder staan worden beroofd van het licht.
Precies zo is het
in het christenleven. Als wij in Zijn Licht leven, zijn wij gezond, kunnen ons
verder ontwikkelen en dragen vrucht. Als het Licht echter niet tot ons kan
doordringen omdat er iets tussen God en ons instaat dan worden wij kleine
armetierige christenen, die verwelken in plaats van groeien en die nauwelijks
kunnen overleven in plaats van vrucht dragen.
Eigenlijk is het
christenleven heel eenvoudig: iedere dag opnieuw heel bewust ervoor kiezen in
Zijn Licht te leven. Iedere morgen tegen God zeggen: Heer, ik weet niet wat
deze dag brengt, maar een ding verlang ik en dat is te leven in Uw Licht. Als
we dat iedere morgen doen, zal ons leven niet ineens dramatisch veranderen,
maar op den duur wordt het verschil zo groot als dag en nacht. We worden dan
geleidelijk aan gezonde, krachtige, vruchtdragende christenen, in plaats van
kleine verwelkende, kinderen van God die angst hebben geestelijk te overleven.