Ik ben opgegroeid
in een katholiek gezin. Op de lagere school moesten wij de hele catechismus uit
het hoofd leren. Dat was een boek vol met geloofsvragen en de daarbij behorende
antwoorden. Iedere morgen moesten wij één voor één voor de tafel van de leraar
gaan staan, die ons dan een vraag uit de catechismus stelde. Het juist
beantwoorden van die vragen was belangrijker dan alle andere vakken en cijfers.
Uit het hoofd leren was kennelijk gemakkelijk voor mij. Vaak heb ik op mijn
rapport een 10 voor 'geloof’ gehad.
De eerste vraag
van die catechismus was: Waartoe zijn wij op aarde? Het antwoord luidde: Wij
zijn op aarde om God te dienen en daardoor hier en in het hiernamaals gelukkig
te zijn. Nu zo'n zestig jaar later is dat antwoord nog steeds deel van mij.
Petrus schrijft
dat God niet wil dat iemand verloren gaat, maar dat allen tot bekering komen (2
Petrus 3:9). Jezus zegt dat Hij gekomen is om ons het leven te geven in
overvloed (Johannes 10:10). God wil dat wij behouden worden en Jezus wil dat
wij het leven dat Hij ons gegeven heeft genieten. De catechismus had gelijk!