Iemand schreef
mij: De opdracht tot het geven van tienden lezen we in de Bijbel in de wet van
Mozes. Het gaat hier om een percentage van de oogst en de veestapel. De
Israƫlieten moesten de tienden geven voor de tempel en de priesterdienst, de
Levieten. Geldt deze opdracht nu ook voor de gelovigen in Jezus Christus?
Moeten wij ‘tienden’ geven? Als we iets van de wet verplicht stellen,
bijvoorbeeld het geven van tienden, horen we alle wetten na te volgen. In het
Nieuwe Testament klinkt voortdurend de oproep onszelf niet onder de wet te
stellen, maar onder de genade. Jezus Christus, Gods Zoon, heeft ons bevrijd om
in vrijheid te leven. We hoeven onszelf geen juk op te leggen
Klopt allemaal!
Toch is deze
discussie een beetje overbodig. Waarom? Omdat God ook in het Nieuwe Testament
heel duidelijk maakt dat Hij van ons verwacht dat wij rijkelijk geven voor Zijn
dienst. Jezus zegt in Mattheus 10:8: “Om niet hebben jullie ontvangen, om niet
moeten jullie geven”. En de schrijver van de brief aan de HebreeĆ«n meldt
(13:16): “En houd de liefdadigheid en de onderlinge solidariteit in ere, want
dat zijn offers waarin God behagen schept”. In het Nieuwe Testament vinden wij
meer bijbelgedeelten over geven dan over de wederkomst van Jezus.
Wij leven niet
meer onder de wet, maar uit genade. Wij kennen de Verlosser en de Heilige Geest
leeft in ons. Reden genoeg om vrijwillig te geven. En wat is dan tien procent
na alles wat de Heer voor ons heeft gedaan?