
In Marcus
10:17-27 kunnen wij lezen dat Jezus een rijke jonge man ontmoette. Er was een
afgod in het leven van die man. Die afgod was geld. Op zich is het niet
verkeerd om rijk te zijn, zolang geld het leven niet gaat beheersen. Ook Jezus
veroordeelt rijkdom niet. Jozef van Arimatea en Nikodemus waren beiden
discipelen van Jezus. Beiden waren vooraanstaande, rijke mannen. Toch benadert
Jezus deze twee mannen heel anders dan de rijke jongeling. Waarom? Omdat geld
en bezit voor Jozef van Arimatea en Nikodemus geen afgoden waren. In tegendeel,
zij gebruikten hun bezittingen om God te dienen (MatteĆ¼s 27:57-60 en Johannes
19:39).
Toen Jezus die
oprechte jongeman voor een keuze stelde, gebeurde er iets afschuwelijks. In
Marcus 10:22 staat: "Maar de man werd somber toen hij dit hoorde en ging
terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen." Op het meest
beslissende moment in zijn leven maakte hij de verkeerde keuze. Hij koos er
voor zijn afgod te blijven dienen in plaats van het eeuwige leven te vinden,
waar hij zo naar verlangde.