woensdag 3 juli 2013

U bent trouw!

Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft. in Christus Jezus, onze Heer. Romeinen 8: 38,39

Hemelse Vader, over die uitspraak van de apostel Paulus wil ik vandaag nadenken. Kan het werkelijk zijn dat al die dingen die hij noemt mij niet kunnen scheiden van Uw liefde, die U kenbaar hebt gemaakt in Uw Zoon Jezus? Niets dat vandaag gebeurt en niets in de toekomst?

Ook dieptepunten kunnen mij niet scheiden van U?
Andere mensen niet?
Engelen niet, en machten?
Wordt daarmee niet de duivel bedoeld en de zonde die hij zo gemakkelijk in mijn leven naar boven brengt?

Kan het werkelijk zijn dat U bedoelt dat NIETS, NIETS, NIETS mij kan scheiden van U?
Als dat waar is, wil ik mij daar vandaag aan vastklampen. U houdt van mij en niets op deze wereld niets in mijn leven kan mij scheiden van U. Niet omdat ik het allemaal zo goed doe, maar omdat U trouw bent. Wat een geweldige waarheid voor deze dag.
Hartelijk dank daarvoor.

Amen

dinsdag 2 juli 2013

Kom tot MIJ!

Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal Ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht. Mattheüs 11: 28-30

Mijn Heer Jezus. Ik wil U vandaag heel hartelijk danken voor deze uitnodiging en de fantastische belofte die daaraan verbonden is. Eerlijk gezegd ben ik vaak zo rusteloos. Ik neem veel jukken op mijn schouders. Soms wordt de last te zwaar voor mij. Ik ben dan moe en belast. Dan zie ik het allemaal niet meer zo zitten. En ineens is daar Uw uitnodiging. Met zachte stem zegt U tegen mij: Kom maar bij Mij. Ik ken jou. Ik weet precies wat er omgaat in jouw hart. Ik ken jouw zorgen, jouw twijfels, jouw vragen. Ik ken jou beter dan jij jezelf kent.

En zo mag ik vandaag tot U komen. Zonder voorwaarden. Zonder dat ik iets moet beloven. Ik mag eenvoudigweg bij U zijn. Dat geeft een diepe innerlijke rust.
Bij Jezus zijn.
Van U leren.
Door U geleid worden.
Uw aanwezigheid en uw liefde ervaren.

Amen


maandag 1 juli 2013

Samen bidden

In het juninummer van Uitdaging zat een katern met gebeden voor de vakantietijd. Eén gebed voor iedere dag. De gebeden baseren zich steeds op een Bijbelvers dat dan 'terug gebeden' wordt tot God. Ik weet niet of u deze manier van bidden kent, maar het is een heel persoonlijke en ook intieme vorm van bidden.

Deze maand, waarin velen van ons een vakantie mogen genieten, zullen wij op deze plaats deze gebeden weergeven. Iedereen die dat wil kan iedere dag meebidden. En niet alleen dat. Deelnemers aan deze website kunnen zich inloggen en hun eigen gebeden hier toevoegen. Zo kan het werkelijk 'samen bidden' worden.

vrijdag 28 juni 2013

Het Lichaam van Christus

Op de volgende manier mogen (ja moeten) de gaven van de Geest functioneren binnen het Lichaam van Jezus Christus, binnen de Gemeente: "De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze. De liefde zal nooit vergaan." (1 Korintiërs 13:4-8a). Als de gaven van de Geest binnen deze context worden uitgeoefend, zal er een fantastische eenheid ontstaan en kan de Gemeente echt opgebouwd worden.

Diezelfde gedachte vinden wij in de brief van Paulus aan de Romeinen. Na het bespreken van de geestelijke gaven (Romeinen 12:6-8) haast Paulus zich om onmiddellijk te wijzen op de noodzaak van de liefde (opwekking tot liefde). Opnieuw volgen enkele verzen die emotioneel zeer geladen zijn. Verzen vol met aanmoedigingen en waarschuwingen. Onze broeder Paulus kende de menselijke natuur heel goed. Hij wist zó goed dat geestelijke gaven (net zo goed als natuurlijke talenten) zó gemakkelijk verdeeldheid kunnen brengen, omdat mensen zo graag meer willen zijn dan anderen. En dat terwijl zowel natuurlijke talenten als ook geestelijke gaven als een geschenk van God komen. We hebben er niets voor hoeven te doen, ze worden aan iedereen afzonderlijk toebedeelt zoals hij wil (1 Korintiërs 12:11b).

woensdag 26 juni 2013

Een betere weg!

Onze overdenkingen met betrekking tot geestelijke gaven zijn bijna ten einde. Toch mogen wij niet ophouden waar Paulus doorgaat. Zowel in zijn brief aan de Korintiërs als ook in zijn brief aan de Romeinen heeft Paulus nog iets heel belangrijks toe te voegen over gaven van de Geest.

Iedere christen heeft een verschillende set van gaven ontvangen. Die gaven zijn bedoeld om elkaar aan te vullen zodat binnen de Gemeente het brede scala van diensten aangeboden kan worden. Maar wat gebeurt er als christenen zich laten voorstaan op bepaalde gaven die zij hebben? Wat gebeurt er als christenen hoogmoedig worden en neerkijken op anderen die minder begaafd zijn of gaven hebben die minder belangrijk lijken? Dan gebeurt precies het tegenovergestelde van wat God bedoelt met de gaven. In plaats van eenheid en aanvulling, brengen gaven dan verdeeldheid. In plaats van gezamenlijke kracht en bloei brengen gaven dan pijn en verdriet.

Daarom gaat Paulus na zijn bespreking van de geestelijke gaven in 1 Korintiërs 12 verder en schrijft hij: "Maar eerst wijs ik u een weg die nog voortreffelijker is." (1 kor. 12:31b) Wat volgt, is waarschijnlijk de meest fantastische beschrijving van de liefde die wij in de wereldliteratuur kunnen vinden. In heel krachtige woorden beschrijft Paulus dat al die mooie geestelijke gaven geen enkele waarde hebben als ze niet voortkomen uit en gedragen worden door liefde. De liefde is niet alleen het cement dat alle gaven aan elkaar bindt, maar ook de motor en de kracht van waaruit de gaven kunnen functioneren.

maandag 24 juni 2013

Hoeveel gaven zijn er?

Die vraag is net zo moeilijk te beantwoorden als de vraag: hoeveel talenten zijn er? De Bijbel pretendeert nergens een volledige opsomming van alle geestelijke gaven te geven. Dit betekent ook dat wij christenen met elkaar van mening mogen verschillen over het aantal geestesgaven. In de vier Bijbelgedeelten die wij samen hebben bestudeerd, hebben wij de volgende groepen van gaven gevonden (1 Korintiërs 12:7-11, 1 Korintiërs 12: 28- 30, Romeinen 12:6-8, Efeziërs 4:11-13):
Inzicht - de gaven van wijsheid en van kennis.
Vertrouwen - de gaven van geloof, genezing en wonderen.
Spreekbuis van God - de gaven van profetie en het onderscheiden van geesten.
Onbekende talen - de gaven van tongen en het vertolken van tongen.
Opbouw van de Gemeente - de gaven van leraren en herders.
Leiden - de gaven van helpen en besturen.
Dienen - de gaven van bemoedigen, geven en barmhartigheid.
Verkondiging - de gaven van apostelen en evangelisten.

Zoals aangegeven, deze vier lijsten van de apostel Paulus zijn zeker niet volledig. Andere extra geestelijke bekwaamheden die mogelijk als geestelijke gaven aangemerkt kunnen worden, zijn bijvoorbeeld:
Gastvrijheid (1 Petrus 4:9).
Het uitdrijven van demonen (Mattheüs 10:1).
Gebed (Jacobus 5:16-18).
Ongehuwd zijn om God te kunnen dienen (1 Korintiërs 7:32-35).
Bereidheid om te lijden voor Christus (Mattheüs 5:10-12).
Vrijwillige armoede om anderen te kunnen helpen (Handelingen 4:32-37).
Creativiteit (Exodus 31:1-11).
Zoals je ziet is de grens tussen natuurlijke talenten en geestelijke gaven soms heel vaag. Dat mag ons niet verwonderen omdat God de gever is van zowel de natuurlijke talenten als ook de geestelijke gaven.

donderdag 20 juni 2013

Gaven van de Geest

De afgelopen tijd hebben wij ons bezig gehouden met gedachten over de gaven van de Heilige Geest. Als u studies gemist hebt kunt u ze in mijn blog nalezen. Klik daarvoor op de oranje icoon. Vandaag en morgen wil ik de belangrijkste gedachten uit deze studie samenvatten.

Wat zijn gaven van de Geest?
Gaven zijn geestelijke talenten die iedere christen ontvangt bij de wedergeboorte om dienstbaar te kunnen zijn binnen het Lichaam van Jezus Christus, de Gemeente. Christenen ontvangen verschillende gaven met de bedoeling dat zij elkaar hierin aanvullen. Gaven betekenen vaak extra bekwaamheden op terreinen waar alle christenen sowieso actief horen te zijn en een verantwoording hebben. Evangelisatie bijvoorbeeld is een opdracht die voor alle gelovigen geldt. Christenen met de gave van evangelisatie hebben echter bijzondere begaafdheden wat betreft de verkondiging van het evangelie. Omdat natuurlijke talenten en geestelijke gaven beide door God worden gegeven, zullen wij vaak zien dat natuurlijke talenten en geestelijke gaven in elkaars verlengde liggen.

woensdag 19 juni 2013

De gave van herderschap

Evangelisten winnen zielen en brengen nieuwe christenen bij elkaar in (nieuwe) gemeenten. De gave van herderschap die genoemd wordt in Efeziërs 4:11 heeft daar direct mee te maken. Herders nemen na evangelisatie de zorg voor de kudde over. Mensen die deze gave van herderschap hebben, nemen met blijdschap en over langere tijd de verantwoording voor een groep christenen op zich. Het is natuurlijk heel mooi als een predikant deze gave heeft.

Een soort 'taakomschrijving' voor herders vinden wij in 1 Petrus 5:1-4: "Ik doe een beroep op de oudsten onder u. Als uw mede-oudste en als ooggetuige van Christus’ lijden, en omdat ik evenals u zal delen in de luister die binnenkort zal worden geopenbaard, vraag ik u: Hoed Gods kudde waarvoor u de verantwoordelijkheid hebt, houd goed toezicht - niet gedwongen maar vrijwillig, zoals God dat wil, en niet om er zelf beter van te worden maar met belangeloze toewijding. Stel u niet heerszuchtig op tegenover de kudde die aan u is toevertrouwd, maar geef het goede voorbeeld. Dan zult u wanneer de hoogste Herder verschijnt de krans van de luister ontvangen, die nooit verwelkt."

In de apostel Paulus vinden wij de unieke combinatie van beide gaven. Hij had zeker de gave van evangelisatie, maar zijn zorg voor de gemeente maakt duidelijk dat hij ook de gave van herderschap had. Bij zijn dramatische afscheid van de gemeente in Efeze zei hij: "Wees daarom waakzaam en vergeet niet hoe ik ieder van u drie jaar lang dag en nacht onder tranen steeds weer raad heb gegeven." (Handelingen 20:31). En zijn brieven, in het bijzonder de brieven aan Timoteüs, getuigen van het herdershart van deze apostel.

dinsdag 18 juni 2013

De gave van evangelisatie

Over deze gaven lezen wij in (Efeziërs 4:11). Evangelisten zijn mensen die van God een extra mogelijkheid hebben ontvangen om het Evangelie te communiceren aan hen 'die buiten zijn'. Alle christenen hebben de taak en het voorrecht om in hun eigen omgeving het Evangelie door woorden en daden te laten doorklinken. Sommige christenen hebben echter een extra begaafdheid om grotere groepen mensen aan te spreken. Vaak ging (gaat) deze gave samen met het starten van nieuwe plaatselijke gemeenten. Het boek Handelingen is de evangelisatie-kroniek bij uitstek. Het boek laat zich lezen als een avonturenroman met betrekking tot de verkondiging van het Evangelie en het starten van plaatselijke gemeenten. Als je dat nog nooit hebt gedaan, kan ik je aanraden om Handelingen eens als roman te lezen.

In zijn studieboek 'De gaventest' schrijft Christian Schwarz dat zijn onderzoekingen hebben uitgewezen dat ongeveer tien procent van alle christenen de gave van evangelisatie heeft. Hij pleit ervoor dat gelovigen die deze gave hebben, worden vrijgesteld van andere verantwoordelijkheden, zodat zij zich helemaal kunnen toeleggen op de belangrijke taak van de verkondiging van het Evangelie.

maandag 17 juni 2013

De gave van barmhartigheid

In Romeinen 12:8 worden vier gaven genoemd. "Wie de gave heeft te troosten, moet troosten. Wie iets weggeeft, moet dat zonder bijbedoeling doen. Wie leiding geeft, moet dat doen met volle inzet. Wie barmhartig voor een ander is, moet daarin blijmoedig zijn." Over de gaven van troosten (vermanen), de gaven van geven en de gaven van leiderschap hebben wij het al gehad. Klik op de oranje icon om voorgaande overdenkingen te lezen.

De gave van barmhartigheid is een heel mooie gave die zich richt op de zwakkeren in de samenleving. Deze gave geeft sommige christenen een extra bewogenheid en praktische betrokkenheid bij mensen die sociale noden hebben. Dit is echt een gave van onbaatzuchtige liefde.

Een Bijbels voorbeeld van een vrouw die deze gave had, vinden wij in Handelingen 9:36: "In Joppe woonde een leerlinge die Tabita heette, in onze taal is dat Dorkas. Ze deed veel goeds voor anderen en gaf vaak aalmoezen." Denk bij deze gave ook aan de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

vrijdag 14 juni 2013

De gave van meedelen

Deze website van Manna-vandaag wordt ondersteund door giften van christenen die dit werk in dienst van de Heer mogelijk willen maken. Eén van de beste en meest trouwe ondersteuners is een vader van een groot gezin. Deze man heeft een eenvoudige baan. Omdat ik mij bezwaard voelde over zijn maandelijkse bijdrage, heb ik hem daar een keer over aangesproken. Hij zei toen: "Neem deze blijdschap van geven alsjeblieft niet van mij weg. Ik kan de Heer niet op dezelfde manier dienen als jullie dat doen. Dit is mijn manier om betrokken te kunnen zijn bij de verkondiging van het Evangelie."

Hoewel het geven voor iedereen belangrijk is, betekent de gave van 'meedelen in eenvoud' zoals die genoemd wordt in Romeinen 12:8, dat God aan enkele leden van het Lichaam een extra begaafdheid en grote blijdschap heeft gegeven in het 'meedelen' aan anderen. Voor deze mensen is het echt zaliger te geven dan te ontvangen (Handelingen 20:35b).

donderdag 13 juni 2013

De gave van vermanen

In onze studie over de gaven van de Heilige Geest bestuderen wij diverse gaven naar aanleiding van vier gedeelten uit de brieven van de apostel Paulus: 1 Korintiërs 12:7-11, 1 Korintiërs 12:28-30, Romeinen 12:6-8 en Efeziërs 4:11-13. In het derde rijtje dat wij bestuderen, Romeinen 12:6-8, vinden wij drie 'nieuwe' gaven. Alle drie hebben zij te maken met een bijzondere liefde voor de naasten.

De gave van vermanen (Romeinen 12:8)
Anders dan het woord 'vermanen' doet vermoeden, gaat het bij deze gave niet alleen om terechtwijzen, maar veel meer om bemoedigen, troosten en adviseren. We kunnen een veel grotere invloed hebben op de levens van mensen om ons heen (ook onze kinderen) door hen te 'sturen' met bemoedigingen dan door hen 'te straffen' met terechtwijzingen.

Een sprekend voorbeeld van iemand die deze gave had, was Barnabas. In Handelingen 4:36,37 kunnen wij lezen dat de apostelen een zekere Jozef de naam Barnabas gaven, wat betekent: zoon van de vertroosting. Een heel toepasselijke naam als wij zien hoe deze man het later onder andere opnam voor Paulus (Handelingen 9:26-30).

woensdag 12 juni 2013

De gave van besturen

Deze gave (1 Corinthiërs 12:28) geeft sommige christenen de extra bekwaamheid om leiding te geven, doelen te stellen en mensen enthousiast te maken om de gestelde doelen samen te bereiken. Deze gave is nauw gekoppeld aan de gave van helpen. Vaak gaat het bij de gave van besturen om mensen die de grote lijnen uitzetten zonder veel oog te hebben voor details. Mensen die de gave van helpen hebben, zijn daarom vaak bij leiders te vinden. Zij vormen een heel belangrijk duo in het proces van leiderschap.

Leiders hebben vaak een eenzame positie. Ze moeten soms beslissingen nemen die niet uit te leggen zijn, of door anderen niet begrepen worden. Ook moeten zij leren goed om te gaan met de macht die verbonden is aan hun plaats binnen de Gemeente. Daarom zijn de volgende woorden van de apostel Petrus in het bijzonder van toepassing op mensen die leiding geven: "Overigens, in de omgang met elkaar moet ieder van u altijd de minste willen zijn, want God keert zich tegen hoogmoedigen, maar aan nederigen schenkt hij zijn genade." (1 Petrus 5:5b). Paulus schrijft: "Hij (de leider) mag ook niet iemand zijn die net bekeerd is; anders raakt hij verblind en valt hij ten prooi aan de duivel." (1 Timotheüs 3:6).

dinsdag 11 juni 2013

De gave van helpen

God heeft in Zijn zorg voor het Lichaam van Jezus Christus, Zijn Gemeente, de leden van het Lichaam op een unieke manier toegerust "ten bate van de gemeente." (1 Korintiërs 12:7). Deze toerusting, die per persoon verschilt, noemt de Bijbel genadegaven. Tot nu toe hebben wij het gehad over de gaven van wijsheid, kennis, geloof, genezing, krachten, profetie, onderscheid van geesten, tongen, vertolking van tongen, apostelen en onderwijs. Vandaag en morgen de laatste twee gaven in het rijtje van Paulus in 1 Korintiërs 12:28-30, de gaven van helpen en besturen. Twee praktische gaven die veel met elkaar te maken hebben en heel belangrijk zijn voor een goed functioneren van de Gemeente.

De gave van helpen (1 Korintiërs 12:28)
Het woord 'helpen' heeft in het Grieks de betekenis van 'aanpakken', 'meedragen', 'lasten overnemen'. Christenen die deze gave hebben, ervaren grote blijdschap in het 'ontlasten' van medegelovigen die andere taken hebben binnen de Gemeente. Vaak richt dit helpen zich dan ook op christenen die leidinggeven en diegenen die het Woord verkondigen. Op een heel praktische manier worden zij geholpen waardoor zij zonder belemmering hun gave kunnen inzetten voor het Lichaam van Christus. Een bekend voorbeeld van iemand die vreugde had in het dienen is Marta (Lucas 10:38-42). Hoewel zij bezwaar maakte dat haar zuster Maria niet meehielp, is het duidelijk dat zij het als haar taak zag om te dienen, zodat Jezus ongestoord het Woord kon verkondigen. Paulus schrijft over Febe, 'onze zuster': "want ze is velen tot steun geweest, ook mij." (Romeinen 16:2b).

maandag 10 juni 2013

De gave van onderwijzen

Een mooie beschrijving van deze geestelijke gave die genoemd wordt in 1 Corinthiërs 12:28 kunnen wij vinden in Efeziërs 4:12. "Om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd." Deze gave is anders dan de gaven van wijsheid en kennis, omdat bij deze gave niet primair het accent ligt op inzicht en kennis, maar op de communicatie; de overdracht van geestelijke waarheden.

Een goed voorbeeld van iemand die deze gave had is Apollos. Over hem schreef Lucas in Handelingen 18:24,25: "Intussen arriveerde er in Efeze een uit Alexandrië afkomstige Jood, die Apollos heette. Hij was een ontwikkeld man, die goed onderlegd was in de Schriften. Hij had onderricht gekregen in de Weg van de Heer en verkondigde geestdriftig de leer over Jezus, die hij zorgvuldig uiteenzette, ook al was hij alleen bekend met de doop zoals Johannes die had verricht." En even verder, in vers 28: "Hij slaagde erin de Joden in het openbaar in het ongelijk te stellen door op grond van de Schriften aan te tonen dat Jezus de Messias is."

Deze gave van onderwijs is natuurlijk uitermate belangrijk voor het Lichaam van Christus. Immers, als de gelovigen geestelijk voedsel ontvangen dat niet goed is, heeft dat direct een doorwerking in het geestelijk leven van de gelovigen en van de Gemeente. Vandaar dat Jacobus een waarschuwende vinger heft. "Broeders en zusters, u moet niet allemaal leraar willen zijn. U weet dat ons leraren een strenger oordeel te wachten staat." (Jakobus 3:1)

vrijdag 7 juni 2013

De gave van apostelen

Gaven van de Heilige Geest zou je geestelijke talenten kunnen noemen, die christenen bij hun wedergeboorte ontvangen om elkaar te kunnen dienen. Paulus geeft in zijn brieven vier lijsten met geestelijke gaven. Die lijsten hebben ongetwijfeld niet de bedoeling compleet te zijn. Ook herhaalde Paulus zichzelf in die lijsten. De eerste lijst die wij al bestudeerd hebben, vinden wij in 1 Korintiërs 12:7-11. De tweede lijst staat even verder in 1 Korintiërs 12:28-30. De in deze lijst genoemde gaven van profetie, krachten genezing en tongen hebben wij al besproken. Vandaag en maandag twee gaven die beide te maken hebben met de geestelijke voeding, de opbouw van de Gemeente.

De gave van apostelen (12:28)
Het woord apostel betekent 'gezondene' of 'zendeling'. Deze gave stelt sommige gelovigen in staat om meerdere plaatselijke gemeenten met gezag te dienen. Het gaat hierbij om christenen die geestelijke autoriteit bezitten en ook als zodanig geaccepteerd worden. Vaak zijn het 'geestelijke ondernemers' en visionairs die korte, sterke impulsen geven en dan weer verder trekken. Zij richten zich zowel op de opbouw van de Gemeente als ook op de verkondiging van het evangelie.

Sommige christenen geloven dat deze gave beperkt was tot de eerste twaalf apostelen, de ooggetuigen en diegenen die alles wat ze gezien en gehoord hadden op schrift hebben gezet. Maar in Handelingen 14:14 wordt Barnabas een apostel genoemd, terwijl hij niet tot de eerste twaalf behoorde. Wel was Barnabas als zendeling actief. Hij diende vele plaatselijke gemeenten. In Romeinen 16:7 schrijft Paulus over Andronikus en Junia "die als apostelen veel aanzien genieten en die eerder dan ik één met Christus zijn geworden ".

donderdag 6 juni 2013

Vertolken van tongen

Door de gave van het vertolken van tongen (1 Corinthiërs 12:10) kunnen sommige christenen de onbegrijpelijke 'tongentaal' vertolken, dat wil zeggen in begrijpelijke taal weergeven, waardoor de boodschap tot nut kan zijn voor de hele Gemeente.

Beide 'tongengaven' zijn voor sommige christenen nogal controversieel. Ze weten er niet goed raad mee en zijn huiverig voor excessen die zij gehoord hebben of zelf hebben meegemaakt. Dat komt ook doordat sommige christenen beweren dat tongentaal het (enige) bewijs is van de doop met de Heilige Geest of van een leven onder controle van de Heilige Geest. Dat is echter niet juist. Maar het is ook niet nodig huiverig te zijn voor deze gaven. God heeft deze gaven aan Zijn Gemeente gegeven. Ze hebben een plaats en een functie naast de andere gaven. Het is daarom niet juist om deze gaven belangrijker te maken dan andere gaven, maar het is ook niet juist deze gaven te ontkennen.

woensdag 5 juni 2013

De gave van tongen

Deze gave die genoemd wordt in 1 Korintiërs 12:10 stelt christenen in staat om God te aanbidden en met Hem te praten in een taal die zij nooit geleerd hebben; de taal van de ziel. Ook kan het zijn dat God door deze gave van tongen een boodschap doorgeeft voor het Lichaam van Christus.

Dit betekent dat deze gave zich op twee manieren kan manifesteren. In de eerste plaats in de persoonlijke ontmoeting van een christen met God. Dit is het gebed dat plaatsvindt in je huis achter een gesloten deur (Mattheüs 6:6). Tongentaal, ook wel de taal van engelen genoemd, wordt zo de warme, intieme, emotionele taal van twee personen die elkaar liefhebben. Lees in dit verband ook eens Romeinen 8:26,27.

Daarnaast kan God ook door de gave van tongen tot de Gemeente spreken. Dit mag alleen als er ook iemand aanwezig is die de onbekende taal kan 'vertalen'. "Wanneer u samenkomt draagt iedereen wel iets bij: een lied, een onderwijzing, een openbaring, een uiting in klanktaal of de uitleg daarvan. Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn. Er mogen twee, hoogstens drie van u in klanktaal spreken, ieder op zijn beurt en bovendien met iemand die de uitleg geeft. Is er niemand die dit kan, dan moeten ze zwijgen en alleen voor zichzelf tot God spreken." (1 Korintiërs 14:26-28)

dinsdag 4 juni 2013

Onderscheiden van geesten

De gave van het onderscheiden van geesten zoals Paulus die noemt in 1 Corinthiërs 12:10 is een beschermende gave die direct te maken heeft met de gave van profetie. Immers, wie zegt of een profeet optreedt als 'mond van God' of zijn eigen ideeën propageert? Wie vertelt ons als wij op een tweesprong staan wat de juiste weg is? De gave van onderscheid van geesten stelt sommige christenen in staat om te doorgronden of een bepaalde boodschap van God komt of niet. Dat is natuurlijk heel belangrijk om het Lichaam gezond te houden.

Het Bijbelgedeelte voor vandaag maakt duidelijk dat alle christenen op grond van hun kennis van Gods Woord en de werking van de Heilige Geest in hen, in de meeste gevallen kunnen onderscheiden wat van God komt en wat niet. "Vast voedsel is voor volwassenen; hun zintuigen zijn door ervaring geoefend en zij zijn in staat onderscheid te maken tussen goed en kwaad." (Hebreeën 5:14) De gave van onderscheid betekent, zoals alle gaven, een extra begaafdheid voor die christenen die deze gave hebben ter bescherming en opbouw van de Gemeente.

maandag 3 juni 2013

De gave van profetie

Nadat Paulus het in 1 Corinthiërs 12 heeft gehad over de gaven van wijsheid, kennis, geloof, genezing en krachten lezen wij in vers 10 over de gave van profetie. Veel christenen denken dat het bij deze gave gaat om het voorzien en voorzeggen van de toekomst. Dat klopt ook ten dele, maar de gave van profetie is veel breder. Het gaat hierbij om het verkondigen van Gods wil in concrete situaties. Het woord profeet betekent: spreker of woordvoerder. Een profeet is als het ware de spreekbuis of de mond van God. Een mooie uitleg van deze gave kunnen wij vinden in Deuteronomium 18:18b: "Ik (God) zal hun (profeten) mijn woorden ingeven, en zij zullen het volk alles overbrengen wat Ik hun opdraag."

De profeten van het Oude Testament bijvoorbeeld, riepen vaak de mensen op tot bekering van hun zondige wegen. Daarnaast gaf God hen soms inzicht in de toekomst.

vrijdag 31 mei 2013

De gave van krachten

Deze gave, die de kracht geeft wonderen te verrichten vinden wij 1 Corinthiërs 12:10. De gave van krachten kun je vergelijken met de gave van genezing. Bij de gave van genezing gaat het om Gods wonderbaarlijke ingrijpen in de lichamelijke en geestelijke gezondheid van mensen; bij de gave van kracht gaat het om Gods bovennatuurlijke ingrijpen ook in andere natuurwetten.

Deze gave manifesteert zich vooral dan als de verkondiging van het evangelie kracht bijgezet moet worden. "En zij gingen op weg om overal het nieuws bekend te maken. De Heer hielp hen daarbij en zette hun verkondiging kracht bij met de tekenen die ermee gepaard gingen." (Marcus 16:20)

Een jongeman die Eutychus heette, zat in het venster en werd door slaap overmand toen Paulus maar doorging met zijn toespraak. Diep in slaap verzonken viel hij van de derde verdieping naar beneden; toen men hem optilde bleek hij dood te zijn. Paulus ging naar beneden, ging op hem liggen, sloeg zijn armen om hem heen en zei: ‘Houd op met dat misbaar, want hij leeft!’ Hij ging weer naar boven, brak het brood en at. Daarna onderhield hij zich nog lange tijd met de leerlingen, tot het aanbreken van de ochtend. Toen vertrok hij. De leerlingen namen de jongeman, die weer tot leven was gekomen, met zich mee en voelden zich gesterkt door wat er was gebeurd. Handelingen 20:9-12. Zie ook Handelingen 9:36-42.

donderdag 30 mei 2013

De gave van genezing

Deze gave (1 Corinthiërs 12:9) die sommige leden van het Lichaam van Christus ontvangen hebben, maakt hen tot een bijzonder instrument in de handen van God om mensen genezing te brengen (zowel lichamelijk als ook geestelijk). Paulus noemt de gave van geloof en de gave van genezing terecht in één adem, omdat beide gaven nauw met elkaar verbonden zijn. Immers, het gaat hierbij om Godsvertrouwen in (vaak) 'onmogelijke' situaties. Lees in dit verband ook eens Jacobus 5:13-16.

Naast de vele genezingswonderen van Jezus Christus vinden wij in de Bijbel ook voorbeelden van gelovigen die deze gave hadden. Bijvoorbeeld Elia (1 Koningen 17:17-24), de apostelen (Mattheüs 10:1), Petrus en Johannes (Handelingen 3:1-10) en Paulus (Handelingen 14:8-10, 28:8-10). Deze gave van de Heilige Geest, om mensen te genezen, functioneert echter niet ‘automatisch’. God bepaalt wie wordt genezen. Paulus bijvoorbeeld mocht een instrument zijn in de genezing van zieken in Efeze (Handelingen 19:11,12), maar toen zijn discipel Trofimus ziek was, moest Paulus hem in Milete achterlaten (2 Timotheüs 4:20).

woensdag 29 mei 2013

De gave van geloof

In 1 Corinthiërs 12:9 wordt de gave van geloof genoemd. Hierbij gaat het niet om het geloof en het vertrouwen dat alle christenen (moeten) hebben in God. Immers, uit de context blijkt dat niet alle christenen deze gave van geloof hebben. Het gaat hier om een bijzonder geloof, een extra geloofsdimensie die vaak gekoppeld is aan een bepaalde gebeurtenis.

Met andere woorden, dit bijzondere geloofsvertrouwen is niet altijd automatisch aanwezig, maar heeft vaak te maken met unieke omstandigheden waarin de persoon of de Gemeente zich bevindt. De gave van geloof geeft sommige christenen de mogelijkheid een buitengewoon groot vertrouwen te hebben in God en in Zijn voorzieningen. Christenen die deze gave hebben, durven in bepaalde omstandigheden God te vertrouwen voor het onmogelijke. Het zijn vaak ‘visionairs’ die anderen weten aan te vuren door hun enthousiasme en Godsvertrouwen. Het zijn christenen die door hun geloof bergen kunnen verzetten (Mattheüs 17:20).

In de Bijbel vinden wij vele voorbeelden van dit bijzondere geloofsvertrouwen. Een echt mooi voorbeeld is de centurio van Kafarnaüm (Mattheüs 8:5-13). Toen Jezus hoorde van de ziekte van zijn knecht, bood Hij aan om met de centurio mee te gaan om zijn slaaf te genezen. (Wat wil een mens nog meer!) De centurio vond het echter te veel gevraagd van Jezus. "Daarop zei de centurio: Heer, ik ben het niet waard dat U onder mijn dak komt, U hoeft alleen maar te spreken en mijn slaaf zal genezen." (Mattheüs 8:8) Wat een geloof! Jezus was onder de indruk van het geloof van deze man. "Tegen de centurio zei Jezus: Ga naar huis. Zoals u het geloofd hebt, zo zal het gebeuren." (Mattheüs 8:13) Precies op dat moment werd de knecht genezen.

dinsdag 28 mei 2013

De gave van kennis

De gaven van wijsheid en van kennis worden door Paulus in 1 Corinthiërs 12:8 in één adem genoemd. Deze twee gaven lijken ook op elkaar, maar zijn toch anders. Wijsheid heeft primair te maken met het hart; kennis met het hoofd. Wijsheid richt zich op het leven; kennis op de leer.

De gave van kennis stelt mensen in staat om het Woord van God te begrijpen en te onderwijzen. Vaak gaat deze gave gepaard met de gave van onderwijs (1 Corinthiërs 12:28 - leraren). Mensen die deze gave(n) hebben zijn vaak praktisch, logisch en analytisch. Ze kunnen heel goed nieuwe ideeën evalueren en omzetten in de praktijk.

Een gevaar van deze gave noemt Paulus in 1 Corinthiërs 8:1: "Kennis maakt verwaand; alleen de liefde bouwt op." Kennis zonder liefde of zonder hart kan gemakkelijk leiden tot fanatisme en blindheid voor de diepere problemen waar mensen mee worstelen.

maandag 27 mei 2013

De gave van wijsheid

De Heilige Geest heeft alle christenen verschillende gaven gegeven om daarmee dienstbaar te kunnen zijn binnen het Lichaam van Jezus Christus, de Gemeente. Vandaag beginnen wij met een opsomming van de verschillende gaven van de Heilige Geest, zoals wij die tegenkomen in de Bijbel. In de Bijbel vinden wij nergens een volledig overzicht van de diverse gaven. Nergens staat: 'dit zijn alle gaven van de Geest'. Dat betekent dat iedere opsomming van geestelijke gaven arbitrair is. Dat geldt ook voor het overzicht dat ik zal voorleggen.

In zijn brieven geeft Paulus vier keer een lijstje van verschillende gaven. De eerste lijst vinden wij in 1 Corinthiërs 12:7-11.

De gave van wijsheid (12:8)
Dit is een gave, die God aan enkele leden van het Lichaam heeft gegeven, die hen in staat stelt om in moeilijke situaties wijs en verstandig te kunnen handelen of adviseren. De mensen die deze gaven hebben bezitten een speciale vaardigheid om waarheden en principes uit het Woord van God te doorgronden en toe te passen in dagelijkse situaties.

Een goed voorbeeld van deze wijsheid vinden wij in koning Salomo. Geestelijk intuïtief nam hij de juiste beslissing toen hij werd geconfronteerd met het schijnbaar onoplosbare probleem van de twee vrouwen met een baby (1 Koningen 3:16-28). Een mooie beschrijving van deze wijsheid is te vinden in Jacobus 3:13-18. Daar wordt gesproken over 'wijze zachtmoedigheid' en 'wijsheid die van boven komt'.

donderdag 23 mei 2013

Allen leden van één lichaam

In zijn eerste brief aan de Corinthiërs hoofdstuk 12 vergelijkt Paulus de Gemeente, de verzameling van gelovigen, met één lichaam en reikt ons daarbij enkele heel belangrijke principes aan:

1. Er is maar één Lichaam (12:12).
2. Alle christenen zijn leden van het Lichaam (12:12,13).
3. We worden een onderdeel van het Lichaam door de geestelijke geboorte (12:13).
4. Het Lichaam heeft veel verschillende leden (12:14-18).
5. God Zelf heeft bepaald welke taak ieder lid heeft (12:18).
6. Geen enkel lid is belangrijker dan andere leden (12:19-25).
7. Ieder lid heeft zijn eigen specifieke opdracht en functie (12:21-25).
8. De verschillende leden kunnen niet zonder elkaar bestaan en hebben elkaar nodig (12:21).
9. Er mag geen verdeeldheid in het Lichaam zijn (12:25).
10. De leden van het Lichaam horen voor elkaar te zorgen (12:25).
11. Het lijden wordt gedeeld (12:26).
12. Respect wordt gedeeld (12:26).